Hoe zorg je als school dat je kunstlessen verbinding maken met de rest van je onderwijs? Hoe zorg je dat het bezoek van een kunstvakdocent geen losse flodder is, maar geïntegreerd bijdraagt aan de brede vorming van je leerlingen? Elin Vrooland, ICC’er van Het SchatRijk, gebruikt hiervoor Laat maar leren, een kunsteducatiemethode die structuur geeft aan kunstlessen en deze aan elkaar verbindt.
Laat maar leren is een online methode met een goede opbouw voor creatieve lessen: een introductie, verkenning, een uitwerking en een evaluatiemoment. Alles wat je daarbij nodig hebt kun je downloaden. Elin: ‘Er zit echt een opbouw in waar elke docent in principe mee aan de slag kan. Het begint met vooraf kijken naar dingen, naar kunstenaars, vormen, hoe iets in elkaar zit en is opgebouwd. Dan pas ga je aan de slag. Daarna is er ook altijd een evaluatie, waarin het werk wordt besproken.’
Iedere leerkracht houdt een eigen leerlijn bij in Laat maar leren
De hele school werkt met Laat maar leren: elke klas kan voor het schooljaar een leerlijn aanmaken. De leerkrachten voeren alle creatieve lessen in die zijn ingepland voor het komende schooljaar. Dan is dat gewaarborgd voor de komende jaren. Elin: ‘Je weet van een klas precies wat ze hebben gedaan en kunt daar op voortborduren. Het is in principe de afspraak dat iedere leerkracht een leerlijn in Laat maar leren bijhoudt en daar de Makerspace-lessen en keramieklessen aan toevoegt, daar willen we naartoe.’
De kunstvakdocenten
Op Het SchatRijk geven kunstvakdocenten Judith Wallis-Hoekstra en Harold Linker lessen Makerspace vanaf groep 3-4. De Makerspace is een ruimte voor kinderen om te ontdekken, waar veel mogelijk is op het gebied van techniek en handvaardigheid. De leerlingen maken kennis met de eigenschappen van materiaal en leren met verschillende gereedschappen werken, zoals tangen, lijmpistolen, hamers, etc.
Het is niet een keer een lesje, het is iets dat blijft groeien
Door de Makerspace-lessen op te nemen in Laat maar leren kunnen leerkrachten voortborduren op wat de leerlingen al weten en kunnen. Op het gebied van materiaal is het handig om te weten of de leerlingen al eerder met bepaald gereedschap hebben gewerkt, maar ook welke technieken er aan bod gekomen zijn en met welke materialen er is gewerkt. Elin: ‘Als dat in het lessenschema van Laat maar leren staat, kun je dat terugzien en gebruiken in je les, erop voortbouwen. Ik vind het zelf ook leuk dat ik er in de klas nog een schepje bovenop kan doen. Het gaat meer leven bij leerlingen. Het is niet een keer een lesje, het is iets dat blijft groeien. Voor mij persoonlijk levert dat ideeën op.’
Een leerlijn keramiek
Daarnaast heeft Judith een leerlijn keramiek/ruimtelijk werken ontwikkeld. De leerlijn keramiek is door Marc van de Geer, directeur van Het SchatRijk, aangedragen omdat het een bijzonder product is om mee te werken. Elin: ‘De leerlingen beginnen in groep 3 met basisvaardigheden van keramiek: hoe ga je met klei om, wat gebeurt er als je er water bij doet?’
Elin over haar groep 4 klas: ‘Waar ze vorig jaar vooral onderzoekend bezig zijn geweest, gaan ze dit jaar weer een stapje verder, iets maken. Een jaar geleden hebben we een kleioven aangeschaft. We streven ernaar dat alle kinderen op school een keer een werk van keramiek maken, dat ze mee naar huis kunnen nemen, waar ze nog jaren trots op kunnen zijn.’
In de toekomst zullen de keramieklessen in de bovenbouw worden gegeven door de leerkrachten zelf. Het plan is om een extra bijscholing te verzorgen voor de leerkrachten in de bovenbouw. Elin: ‘Om te voelen hoe dat gaat en hoe je het mooiste resultaat krijgt: Hoe bouw je het op, hoe maak je het mooi glad, wat is de verhouding water en klei? Dat zijn wel dingen die je als leerkracht al lang niet meer weet of nooit geweten hebt. Concrete vaardigheden dus.’
Het hebben van een kunstvakdocent is gewoon geweldig!
Door de samenwerking tussen de kunstvakdocenten en de leerkrachten wordt een doorlopende leerlijn geborgd. Elin is een voorstander van deze samenwerking. Elin: ‘Het hebben van kunstdocenten in je school is gewoon geweldig. Zij hebben zo’n open geest, ze durven nog te onderzoeken, wat je zelf met je klas minder snel zou doen. Zij maken dat mogelijk!’